Bijna-pensionado

Voor de vijfde keer interviewde ik bibliotheekbezoekers, voor de ‘Ik bieb’-reclamecampagne van Bibliotheek Rotterdam.
In opdracht van Stof Rotterdam.

 

‘Ik bieb nog wel effe’

 

 

Rina, 62, Centrale bieb

‘Al 44 jaar werk ik op één minuutje lopen van de bieb. En ik heb al bijna net zo lang een abonnement. Het liefst lees ik in bed: kussens in mijn rug, op mijn nachtkastje mijn e-reader en een stapel boeken. Over een paar jaar ga ik met pensioen. Dan ga ik me toch lezen! Gewoon een hele middag met een boek in de tuin zitten.

Wormen en engelen
Ik groeide op op Goeree-Overflakkee. Ik las de brave W.G. van de Hulst-boeken. En de Bijbel, natuurlijk. Het leven in het dorp benauwde me. Schrijver Maarten van der Graaff komt ook van Goeree-Overflakkee. In zijn roman Wormen en engelen herken ik het leven op het eiland, en hoe het geloof je vormt als mens. Toen ik negentien was en hier in Rotterdam ging werken, was ik ontzettend verlegen. Inmiddels ben ik anders. Ik praat honderduit. En in de Bijbel staan mooie verhalen en dingen om over na te denken, maar dat een god bepaalt hoe je je leven moet leiden – dat is niks voor mij.

Graf van Toetanchamon
Ik lees graag over het oude Egypte. Mijn leraar geschiedenis op de middelbare school vertelde over het oude Griekenland en over Rome, en dat boeide me, maar de geschiedenis en de kunst van Egypte raakten me vanaf de eerste keer regelrecht in mijn hart.
In 1984 was ik voor het eerst in Egypte, en sinds 2003 kom ik er bijna elk jaar. Meestal in maart, dan is het daar al lekker weer. Ik ga altijd naar hetzelfde hotelletje, in een Arabisch dorp in de buurt van Luxor. Vlakbij is het graf van Toetanchamon. Daar rij ik dan op mijn fietsje heen.

Superlastige grammatica
De Egyptenaren hadden een ingewikkeld maar fascinerend dodengeloof, hun hele leven waren ze bezig met het leven na de dood. Net als in de Bijbel, eigenlijk. Ik bestudeer ook de hiërogliefen. De grammatica daarvan is superlastig: je zit zo een hele zondagmiddag over één zinnetje gebogen. Mooi, daar heb ik straks ook alle tijd voor.’