Vallen

11 maart 2015

Hij doemt voor me op zoals monsters in tekenfilms uit zee oprijzen. Het valt mee, zeg ik telkens tegen mezelf als ik dichterbij kom, die monsters slokken je op als je niet op tijd wegrent, maar dit valt mee.

De laatste keer op honderd meter hoogte was op een Jezusbeeld op een berg.
Met mijn rug plat tegen de muur keek ik mijn vriend na, die rustig naar de rand liep, alsof hij in de zon door een park wandelde. Boven me spreidde Jezus zijn armen.

‘Dat ding is gemaakt met allemaal staalconstructies,’ zegt mijn vriend van tevoren, hij praat een beetje tegen me alsof ik zes ben, ‘die zijn driedubbel gecheckt, door ingenieurs.’
Misschien zaten die ingenieurs allemaal net even niet op te letten, denk ik, maar ik zeg niets.
‘Dat ding staat er trouwens al vijftig jaar, die gaat heus niet omvallen.’
Dat iets ergens al heel lang staat vind ik niet per se geruststellend. Trouwens, de meeste rampen gebeuren onverwacht.

Ik ga naar boven. Daar zijn allemaal mensen die ik niet ken, het is wel de bedoeling dat ik met ze praat, over wat zij doen en wat ik doe en wat we voor elkaar kunnen doen. Momenteel heb ik vooral behoefte aan iemand die de toren overeind houdt.
Iemand zegt: ‘Mijn ex-vrouw had dat ook. Die was bang dat ze zichzelf over het randje zou storten.’
‘Dus zij durfde helemaal tot het randje te lopen?’ vraag ik, ik bewonder de ex-vrouw. Zelf blijf ik zo dicht mogelijk bij de lift staan, zodat ik niet met mijn gewicht de toren uit balans duw.
Ik praat alsof ik te veel koffie opheb, maar dat is het laatste dat ik van mezelf waarneem.

Kort daarna ben ik weer beneden.
Ik kijk omhoog, naar het balkon, waarvan ik weet hoeveel mensen erop staan, met al dat gewicht van ze.
Nu ben ik bang dat het balkon, met al die mensen, op mijn kop valt.
Maar dat gebeurt niet.
Zie je wel, zeg ik tegen mezelf terwijl ik met klamme handen mijn fiets van het slot haal, het viel mee, het viel mee.

 

 

 


Reacties

  • Zeer herkenbaar voor mensen met hoogtevrees, zoals ikzelf. Ik heb er bovenaan een keukentrap al last van….

Geef een reactie