Programmamaker

Feline Streekstra is programmamaker bij Poetry International. Ze leest dus superveel gedichten.
Feline: ‘Je hoeft echt geen neerlandicus te zijn om poëzie te waarderen. Af en toe lees je een gedicht waarvan je niet alles begrijpt, maar wel die ene regel prachtig vindt. Dat is dan genoeg.’

Fotograaf Joke Schut en ik portretteerden haar voor de rubriek ‘Medemogelijkmaker’ in Uitagenda Rotterdam.
Hieronder lees je het interview (en hier, kan ook):

 

Feline Streekstra (26), programmamaker en redacteur vertalingen Poetry International

‘Voor ons festival brengen we dichters uit de hele wereld naar Rotterdam. Ik herinner me hoe de Noord-Ierse Sinéad Morrissey twee jaar terug een gedicht voorlas waarin ze vertelt dat ze haar handen ziet als een samenkomen van haar ouders; haar moeder haar handpalm, haar vader haar vingers. Je voelde hoe het publiek ontroerd raakte. Iedereen dacht op dat moment even aan zijn eigen ouders. Sommige dichters richten zich juist naar buiten, spreken zich ferm uit over de wereld. Zo schrijft Safiya Sinclair gedichten over hoe het is om als zwarte, in Jamaica opgegroeide vrouw in Amerika te leven, en Danez Smith dicht over queer-zijn en gender.

In een zaal luisteren naar een dichter die zijn werk voordraagt, is anders dan in je eentje een dichtbundel lezen. Je hoort de stem van de maker, in diens eigen taal en intonatie. De vertaling projecteren we ondertussen op een scherm. Het is dan net alsof je de dichter verstaat, of hij nu in het Russisch, Chinees of Arabisch voordraagt. Alle gedichten ken ik al, doordat ik er met de vertalers aan werk, maar soms begrijp ik pas echt waar het over gaat als de dichter het voorleest.

Het mooie van poëzie is dat je over relatief weinig woorden lang kunt nadenken. En veel kunt schrijven: mijn masterscriptie ging over vijf gedichten van in totaal een paar honderd woorden. Tegelijkertijd hoef je echt geen neerlandicus te zijn om poëzie te waarderen. Af en toe lees je een gedicht waarvan je niet alles begrijpt, maar wel die ene regel prachtig vindt. Dat is dan genoeg.’

 

 

Foto © Joke Schut