Schrijftip 22

Hoe je nooit meer voorspelbare bijvoeglijk naamwoorden gebruikt

Homeros – Griekse dichter, 800 voor Christus, IliasOdyssee –, gebruikte graag bijvoeglijk naamwoorden. Vooral de epitheton ornans, het bijvoeglijk naamwoord ter ‘ornans’, ter versiering. Aan bepaalde woorden of personen koppelde hij standaard zo’n ‘versierend’ bijvoeglijk naamwoord. Zo had hij het altijd over ‘de rozevingerige dageraad’, ‘de uilogige Athene’ en ‘de snelvoetige Achilles’. Dus ook als Achilles stilstond was hij ‘snelvoetig’. En ook op regenachtige ochtenden was de dageraad bij Homeros ‘rozevingerig’.

Toen: voor het ritme
Deze bijvoeglijk naamwoorden waren dus 1) voorspelbaar en 2) ze zeiden lang niet altijd iets over het woord waaraan ze gekoppeld werden. Maar dat was prima, toen. Want de voor-de-sier bijvoeglijk naamwoorden dienden voor Homeros als middel om zijn zinnen soepel en ritmisch te laten lopen.

Nu: saaaai  
Even naar nu. Lees een krant, tijdschrift, advertentie: overal kom je bijvoeglijk naamwoorden tegen die 1) voorspelbaar zijn en 2) lang niet altijd iets zeggen over het woord waar ze bij horen. Hoe vaak heb je bijvoorbeeld onderstaande combinaties al gelezen?

Betrokken medewerkers, heerlijk dagje uit, hartelijke ontvangst, karakteristieke kop, authentiek dorp, betrouwbare service, unieke locatie, heldere teksten.

Slingers
Net zoals je op een gegeven moment niet meer ziet dat de slingers van die verjaardag nog steeds in de woonkamer hangen, zo lees je inmiddels over die bijvoeglijk naamwoorden heen. En dat is zonde, want het maakt je tekst minder krachtig. En dat betekent weer dat je lezers eerder afhaken.

Omschrijf, of wees origineel 
Hier twee manieren om voorspelbare bijvoeglijk naamwoorden te voorkomen – en je lezers bij je te houden.

1. Kies een omschrijving en laat het bijvoeglijk naamwoord weg
Dus: beschrijf die hartelijke ontvangst. Staat er iemand met open armen op je te wachten bij de receptie? Staan er bloemen op tafel? Of: wat is er zo karakteristiek aan die kop? Lijkt de man op die gast van The Shining? Doet hij je denken aan zo’n Grieks beeld in het Louvre?
Omschrijf je iets goed, dan kun je het bijvoeglijk naamwoord weglaten.

2. Kies originelere, verrassender bijvoeglijk naamwoorden
Ik las laatst in een tijdschrift: ‘Op flukse wijze trok ze haar jas aan’. Of hier, uit een interview in de krant: ‘Het is een lome man’. Op de website van een hotel: geen comfortabele maar gerieflijke stoelen.
En wat dacht je van deze, van pas geleden: ‘Lieve stad, lieve Amsterdammers’?

Schrijftip 22:  kies originele bijvoeglijk naamwoorden, of gebruik een omschrijving

 

Meer schrijftips?
Hier lees je hoe je stiltes in je tekst maakt, en hier alles over show, don’t tell.

Foto © Martijn van de Griendt (welk bijvoeglijk naamwoord zou passen bij de man in de wasstraat, hierboven?)

 

 


Geef een reactie