‘Wat is dat?’ vraagt mijn zoon van drie. Hij wijst naar buiten.
Het is zondagmorgen, koud en nevelig.
Aan de overkant van de straat staat de buurman. Hij doet me denken aan bolle, blozende jarenvijftigdreumessen, schoongeboend, net uit de wastobbe, met natte haartjes voor de kachel.
‘Moet je kijken,’ roep ik naar mijn vriend.
Hij komt erbij staan.
‘Wat is dat?’ vraagt hij.
In stilte bekijken we de outfit van de buurman.
De buurman draagt een witte hansop. Van badstof. Met capuchon.
Hij staat bij zijn Landrover en probeert de achterbak te openen.
Er komt een wolkje vrieskou uit zijn mond. De bak gaat niet open.
Geërgerd zet hij zijn capuchon af.
‘Dat is in’, zeg ik somber.
Ontzet loopt mijn vriend terug naar de eettafel.
Ik bedenk dat als de hansop-hype aanhoudt, ik mezelf de volgende mantra zal moeten inprenten: ‘Je bent niet wat je draagt, je bent niet wat je draagt’.
Ondanks de warmte van de woonkamer ril ik even.
Hier lees je over een andere man.
Afbeelding © monicejanson.nl