Hoe de bank het weer verpestte

10 februari 2014

Het prettigste moment in je leven is niet als je in een hangmat op Koh Samui hangt, spaghetti met schaaldieren eet bij een hippe Italiaan of broodjes roostert boven een Frans kampvuur. Het prettigste moment is als je in je eentje aan tafel gedachteloos een boterham eet, terwijl je ondertussen traag de ingrediënten van de pot pindakaas leest.

Dat zat ik dus te doen, en de zon scheen er ook nog lekker bij, het was echt een prettig moment. Toen viel mijn oog op een brief die ik nog niet had gelezen. Terwijl ik het laatste korstje in mijn mond stopte vouwde ik hem open.

Hij was van de bank. Rechts onderaan zat een nieuw bankpasje, met een IBAN-nummer erop. Ah, dacht ik, dan mag ik mijn oude pasje doorknippen. Maar er stond niets over het oude pasje. Wel stond er een lijst van wat je niet moest doen met je nieuwe pas, zoals hem aan anderen geven. Ik nam net een hapje uit de pindakaaspot toen ik las: Controleer in ieder geval één keer per dag of u uw pas nog heeft.

Ik belde de bank op. ‘Wat moet ik met mijn oude pasje doen?’ vroeg ik. Nooit met de belangrijkste vraag beginnen.
‘Uw pasje wordt automatisch geblokkeerd als u het nieuwe gaat gebruiken, ’ zei de bankvrouw.
‘Dus je hoeft hem niet door te knippen?’ vroeg ik.
‘Dat mag u wel doen, hoor,’ zei ze, ‘dat raad ik persoonlijk zelfs aan. Zorg wel dat je precies door de magneet en de chip heen knipt.’

Toen vroeg ik: ‘Controleert u zelf in ieder geval één keer per dag of u uw pas nog heeft?’ Het bleef stil aan de andere kant, daarom voegde ik er behulpzaam aan toe: ‘Ik niet, namelijk.’
‘Ik doe één keer in de week boodschappen, en ik tank één keer per week,’ zei de vrouw van de bank. Zo te horen was het een georganiseerd type. ‘Maar ik kijk élke avond even op internetbankieren, of er niet iets raars is gebeurd met mijn rekeningen. Puur om te checken, dat er niks geks is afgeschreven. Want in dat geval ben ik er tijdig bij.’ Ze aarzelde even. ‘Ik kijk alleen niet in mijn tas of ik mijn bankpas nog heb. Daar ben ik heel eerlijk in. Maar men kan niet voorzichtig genoeg zijn.’

We hingen op. Met de brief in mijn hand zat ik aan tafel. Jarenlang hadden mensen mijn bankrekening kunnen plunderen zonder dat ik dat ’s avonds even gecheckt had. Naïef en nonchalant, dat was ik. Boven de prullenbak knipte ik mijn oude pasje doormidden, precies door de chip en de magneet heen, zoals ze gezegd had. Men kon niet voorzichtig genoeg zijn.

 

 


Reacties

  • Ik heb weer heerlijk achter mijn computer kunnen gniffelen!

Geef een reactie