Als je iets zachts voelt, dan ben ik dat

22 oktober 2015

‘Als je iets zachts voelt, dan ben ik dat,’ zei de jongen die ons even ervoor wijn had ingeschonken waarover hij had gezegd ‘hier zit heel veel eh, dinges in, mineraliteit’.
Nu liep hij langs mijn stoel met een hele stapel jassen van andere gasten in zijn armen.
‘O, oké,’ zei ik.

Later vroeg de jongen of het voorgerecht gesmaakt had, wij zeiden ‘ja, zeker,’ en hij zei: ‘Goed zo.’

‘Waar is het toilet?’ vroeg ik tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht aan zijn collega.
‘Daar links,’ zei het meisje, ‘en dan zie je het vanzelf wel, joh.’

Bij het hoofdgerecht zei de jongen: ‘Ik laat je de wijn even voorproeven.’
‘O, schenk maar in, hoor,’ zei ik.
‘Nee, nee,’ zei hij, ‘ik wil dat je eerst proeft, sommige mensen, nou ja, deze avond toevallig nog niemand, maar toch, sommige mensen vinden hem te heftig.’
‘O ja, hij is best heftig, ja.’
‘Zei ik toch.’

‘Zo,’ zei het meisje dat me de wc had uitgelegd toen ze de borden van ons hoofdgerecht afruimde, ‘dat was dat.’
Iets later kwam ze terug, ze zette haar handen op het tafelkleed en vroeg: ‘Zoet of hartig?’

Bij het nagerecht liet de jongen ons het etiket op de wijnfles zien en zei: ‘Deze wijn is heel lekker bij chocola.’
‘Maar wij krijgen geen chocola,’ zeiden wij.
‘Nee, jullie krijgen kaas.’
Toen moest hij weg want zijn collega riep vanaf een andere tafel: ‘Jeroen! Help!’

‘Had je een paraplu bij je?’ vroeg de jongen toen we hadden afgerekend, ‘niet vergeten dan, hè.’
Hij hield mijn jas op, zodat ik in de mouwen kon piepen. Zodra de jas mijn schouders raakte, liet hij hem los en zei: ‘Zo, de rest moet je zelf doen.’ Daarna vroeg hij nog een keer: ‘Had je een paraplu? Meenemen dan, hè.’

Hij zei gedag en toen stonden we buiten.
Mijn vriend vroeg: ‘Zei hij nou echt: “Nog een fijn leven?”’
Ik dacht dat hij misschien ‘nog een fijne week’ had gezegd, maar door alles wat hij eerder had gezegd twijfelde ik.

Onderweg naar de metro liet een vrouw haar paraplu vallen. Wij raapten hem op, en toen ze zich omdraaide om de paraplu aan te pakken, zei ze met een accent dat ik niet kon thuisbrengen: ‘Ik ben niet zo paraplu.’
‘Nee,’ zei mijn vriend toen ze was doorgelopen, ‘jij bent niet zo paraplu.’

Het duurde nog 7 minuten voordat de metro kwam. Er hingen abri’s in het metrostation en telkens als die van afbeelding wisselden, hoorde je een rollend geluid. Er zat een tijdspanne waarbinnen dat wisselen gebeurde en mijn vriend had die door.
‘Ja, nu,’ zei hij met zijn vinger omhoog, en dan, inderdaad, klonk kort erna het rollende geluid van de wissel. ‘Nu duurt het even wat langer, rustig maar, ja, nu,’ zei hij.
Het klopte steeds, erg knap vond ik het tijdsgevoel van mijn vriend, maar, vertelde hij later in de metro, er was één abri die qua wissel voorliep op de rest, zodat hij de andere wissels kon voorspellen.

Misschien was alles op deze avond voor ons in scène gezet, de bediening, de dame met de paraplu, de abri die hielp bij het voorspellen, zodat we een avond lang nergens over zouden praten maar wel veel zouden lachen, erg zeker wist ik het niet maar als het zo was, dan waardeerde ik het zeer.

 

 

 

Hier lees je over quinoakorrels, zuurkool, belugalinzen, gefermenteerde zwarte knoflook, koolrabi, venkel, anijs en iets met spelt.


Reacties

  • De anderen lezen over goed eten en een attente bediening terwijl ik vooral een lichte ironie bespeur over de bediening en de vergeten groentes…… ‘een fijn leven?’ zei hij dat echt?

    • Tsja, we twijfelden 😉 Maar met alles wat ze eerder zeiden, had het zomaar gekund, haha.

  • Laura, wat een pakkend verhaal, met buiten de feiten nèt dat tikkeltje extra. Het tilt je net boven de realitieit uit. De sfeer van de avond zit er zó in en de bediening lijkt me zo lief en attent…. Dit verhaal bewaar ik.

    • Hi Marcel, dank voor je reactie, leuk!

  • Leuk verhaal, ga er beslist ook eens eten……..

    • Moet je zeker doen, Jenny. Het eten is er goed.

Geef een reactie