Krantenlezer

Voor een grote reclamecampagne van Bibliotheek Rotterdam interview ik Rotterdamse biebgangers.

Rafael Valenzuela de la Iglesia komt uit Spanje, was jurist, is nu met pensioen en leest vier kranten per dag: ‘Ze hebben hier altijd maar één exemplaar van El País; als die al bezet is door een andere Spanjaard lees ik in de tussentijd het Algemeen Dagblad, Trouw en Le Monde.’

Het interview met Rafael lees je op de site van de bibliotheek, en hieronder.
Fotografie: Joke Schut, ontwerp: Stof Rotterdam.

 

laura-van-mourik-tekstschrijver_ik-bieb-jouwverhaal

 

Rotterdam, 29 November {iptcyear}. Ik Bieb elke dag, campagne beelden Bibliotheek Rotterdam photographer: Joke Schut
beeld: Joke Schut

 

Interview Rafael Valenzuela de la Iglesia

 

‘Ik kom bijna elke dag in de bibliotheek. Al tweeëndertig jaar. Sinds 1984 heb ik de bieb zien veranderen. Waar nu de ingang is, stond vroeger alleen een klein huisje waar je kranten kon kopen. Er waren nog geen portiers en er stond geen schaakbord. Ik kom hier al zo lang dat het voelt alsof de bieb een beetje van mij is.

Levensverhaal
Ik kom uit Córdoba, in Andalusië. In 1974 ontmoette ik er Ingrid. Mijn vriend praatte met haar vriendin, ik praatte met Ingrid. We belden en schreven brieven. In 1983 kwam ik met haar in Rotterdam wonen. Ingrid is altijd de kostwinner van ons twee geweest. Ik werkte af en toe, als jurist. Nu ben ik met pensioen.
Om een uur of twee ga ik naar de bieb, en ik blijf tot het einde van de middag. In de beginjaren kwam ik naar de bibliotheek om mensen te leren kennen. Ik ging vooral met Italianen om. Die houden net als ik van praten. We voelden ons in die tijd allemaal ‘verloren mensen’: we spraken over waarom we geëmigreerd waren naar Nederland, over hoe het leven in Spanje en Italië was, over het eten thuis. We vormden een soort familie.

De krantenafdeling van de bibliotheek
Nu ik ouder word heb ik minder behoefte aan praten met anderen. Ik kom nu vooral naar de bieb om te lezen. Ik begin bij de krantenafdeling. Ze hebben hier altijd maar één exemplaar van El País; als die al bezet is door een andere Spanjaard moet ik wachten. Dan lees ik in de tussentijd het Algemeen Dagblad, Trouw en Le Monde. Ik vind het belangrijk om het grote nieuws te volgen, ik wil de voetbaluitslagen van Real Madrid en FC Barcelona weten, en ik vind religie interessant. Ik ben katholiek, ga op zondag naar de kathedraal aan de Mathenesserlaan. Nu ik ouder ben, ben ik meer met het geloof bezig dan vroeger.
Verder lees ik veel boeken. Ik lees graag werk van Mario Vargas Llosa, en van Almudena Grandes. Zij schrijft historische romans. Ik hoop dat haar derde boek snel in de bieb komt. Ik lees altijd in het Spaans. Ik hou van deze taal, er zijn veel mooie Spaanse woorden. ‘Charlar’, bijvoorbeeld, dat betekent ‘kletsen’. Maar ‘amigo’ vind ik ook mooi. En ‘ser feliz’, wees gelukkig, en ‘alegria’, vreugde. Als ik al die mooie woorden niet meer zou gebruiken, vergeet ik ze. Daarom schrijf ik lange brieven, aan mijn zus, aan oude vrienden in Spanje. En daarom lees ik ook zoveel.’