Stadsdichter

Voor een grote reclamecampagne van Bibliotheek Rotterdam interview ik Rotterdamse biebgangers.
Derek Otte is de nieuwe stadsdichter van Rotterdam. Hij werkt het liefst ’s nachts:

‘Dan parkeer ik mijn auto aan het water, bij De Esch of aan de Willemskade. En dan ga ik zitten schrijven. Steevast komt de politie langs om te controleren wat ik aan het doen ben. Ik laat ze mijn boekjes zien, ze kijken me even raar aan en rijden dan door.’

Het interview met Derek lees je op de site van de bibliotheek, en hieronder.
Ontwerp: Stof Rotterdam.

Foto: Joke Schut.

stadsdichter derek otte_nwsbrf_iets langer

Stadsdichter Derek Otte

Op onverwachte tijdstippen valt een woord mijn hoofd binnen. Dan ben ik blij, en schrijf ik ’m snel op in mijn schrift. Maar woorden laten zich lastig sturen. Er zijn dagen dat mijn hoofd vol zit met ideeën, maar dat ik de woorden ervoor niet te pakken krijg. Wat helpt is weggaan uit de chaos van de stad – van de afspraken, de belletjes, de optredens. Dan ga ik naar Terschelling, naar de leegte, daar.

Werken aan het water in de nacht
Hier in Rotterdam werk ik graag ’s nachts. Ik parkeer mijn auto aan het water, bij De Esch of aan de Willemskade. En dan ga ik zitten schrijven. Steevast komt de politie langs om te controleren wat ik aan het doen ben. Ik laat ze mijn boekjes zien, ze kijken me even raar aan en rijden dan door.

Gelukt gedicht
Ik doe soms uren over een woord of een zin. Wat is de beste volgorde, welk woord klopt hier het best? Een gedicht is gelukt als er staat wat ik op dat moment voelde. En als een ander er vervolgens iets uit kan halen – maar dat hoeft niet hetzelfde te zijn als hoe ik het bedoelde. Het is juist mooi als een gedicht een tweede leven krijgt door wie het leest.

Lezen zonder laptop
Ik probeer één boek per week te lezen. Vaak begin ik thuis, maar neem ik het mee naar de bieb om het uit te lezen – zonder afleiding, zonder laptop. Lezen is me verwonderen over hoe iemand formuleert. Zoals de zinnen van de dichter Nizar Qabbani. Maar ook die van Toon Hermans, en Stef Bos. Zonder taal zou het leven leeg zijn.

Het grote niets
Ik schrijf over wat ik om me heen zie, en wat ik meemaak. Over de grote dingen in het leven, zoals over mijn opa, die laatst overleed. Maar ook over de kleine dingen. Dat ik op Terschelling nog twee uur heb voordat de boot vertrekt, dat ik denk: nog even naar het strand. Het waait hard, de lucht is grijs, ik staar in het grote niets, en dan ineens ploppen ze in mijn hoofd op, de woorden: ‘lopen langs het water/ verdwijnen in het niets/ tot ik niemand/ nergens ben’.

derek otte in de stad