Mijn allerliefste LS

Of: waarom je opblaastaal moet vermijden

Laten we het even hebben over opblaastaal. Opblaastaal zijn woorden die iets gewoons oppompen tot iets schijnbaar groots. Schijnbaar, dus, want het is een kwestie van lucht.

Hieronder een paar voorbeelden, uit echte mails.

  1. Ik vraag u dit zo snel mogelijk, doch in elk geval voor 12 december aan mij door te geven.
  2. De kwestie is uitgesteld, hetgeen ik waardeer.
  3. De mogelijkheden binnen onze sector zien we als een positieve ontwikkeling, welke zal leiden tot groei.
  4. Verzocht wordt aan eenieder om zo snel mogelijk door te geven of hij komt.

OMG! Dit is superbelangrijk
Opblaastaal zorgt ervoor dat je één seconde denkt: omg! Dit is superbelangrijk. En degene die dit schrijft ook.
Maar direct erna denk je: maar er staat toch gewoon iets over een deadline? En dat hij hoopt dat ik even op zijn mail reageer?

Waarom opblaastaal je tekst slechter maakt
De meeste zakelijke teksten willen informeren. En niet iets groter of gewichtiger maken dan het is.
Wees daarom in je tekst beducht op opblaastaal. En verander de volgende opblaaswoorden in woorden waar je lezers geen opgepompt gevoel bij krijgen.

  • doch –> maar
  • hetgeen –> wat
  • welke –> meestal: die
  • eenieder –> iedereen
  • sedert –> sinds
  • echter –> maar
  • talloze –> veel
  • tevens –> ook
  • ondanks het feit dat –> hoewel, ook al
  • vanwege –> omdat, doordat
  • met betrekking tot –> over
  • voor het geval dat –> als
  • ondergetekende –> ik
  • in de gelegenheid zijn –> kun je
  • gezien het feit dat –> omdat of want
  • in afwachting verblijf ik –> ik hoor graag van je

 

Beste LS, gniffel
Opblaastaal kan ook grappig zijn. Vooral als het uit de bocht vliegt. Zo had mijn vriend een collega die zijn mails begon met: ‘Beste LS’.


Oké, dus:
opblaastaal, mijn allerliefste LS, is er om te vermijden. En om af en toe om te gniffelen.

 

 

Hier lees je over mijn innige mailwisseling met Stef van bol.com, en hier over een stukje positieve feedback van Ziggo.

 

Illustratie © Chantal van Heeswijk

 

 


Geef een reactie