Biggetje

7 januari 2014

In het ziekenhuisdossier van mijn dochter staat: ‘Alerte roze prematuur.’ Het klinkt alsof ik vandaag een gezonde, bolle big heb gekregen maar de werkelijkheid is anders.

Door het glas van de couveuse kijk ik naar haar. Haar lijfje is bedekt met snoeren, infusen en hartplakkers, er loopt een sonde door haar neus. Ze weegt 1500 gram; eerder het gewicht van een pak melk. Een dag na haar geboorte verandert de roze kleur in asgrauw. Ze is niet alert meer, ze ligt slap op een koude zwarte plaat waarop ze een röntgenfoto van haar buik maken. Ze heeft een darminfectie, ze krijgt een nieuw infuus dat via haar arm naar een ader bij haar hart loopt. Ze valt af, kan maar 2 milliliter voeding per keer verdragen. Ook stopt ze op een nacht – te lang, veel te lang – met ademen.

Vijf jaar later is ze een gezonde, blonde kleuter van 15 kilo, maar elke avond als ik haar in stop denk ik aan de eindeloze weken dat ik haar twee keer per dag uit de couveuse mocht halen en ik haar ribbetjes kon tellen.

Het is allemaal onderzocht: te vroeg geboren kinderen hebben meer kans op ADHD en autisme, ze zijn sneller ziek dan op tijd geboren kinderen, ze hebben vaker moeite met leren en zijn motorisch niet de soepelsten.

Dus als ze kucht denk ik: zie je wel, ademhalingsproblemen. Wanneer ze de trap af loopt, hou ik haar hand vast. Dat ze nu al maanden de S in spiegelschrift schrijft, baart me zorgen, en als de juf me om een gesprek vraagt, denk ik: ze moet vast groep 1 overdoen. Het liefst help ik haar met aankleden en ik denk wekelijks terug aan de eeuwigheid dat ze stopte met ademen.

Maar er is nog iets onderzocht. Niet psychische stoornissen, leerstoornissen en motorische achterstanden zijn het grootste gevaar voor opgroeiende couveusekinderen. Het grootste gevaar zijn ouders bij wie alertheid is omgeslagen in overbezorgdheid.

 

Vandaag op de trap liet ik haar hand los. Ze ademde gewoon verder.


Geef een reactie